Gedurende de derde dag zoemt het kamp van de actievoorbereidingen, maar tussen door hebben we informatie uitgewisseld en veel geleerd over de omgeving en zijn bodems. En omdat er veel overeenkomsten zijn wat betreft bodem, klimaat en landbouwmethoden is het goed de opgedane kennis mee terug te nemen naar Nederland.
De presentatie en wandeling dor een veengebied was op afstand de meest populaire workshop tot nu toe. Vanwege het grote animo is het een tweede keer herhaald en in totaal hebben mer dan 100 mensen meegedaan. Een landschapsecoloog van de Succow Stiftung uit Greifswald vertelde zeer enthousiast en geanimeerd over veengebieden, hun geschiedenis hun rol bij de opslag van koolstof en de grote hoeveelheid broeikasgassen die ze op het moment uitstoten vanwege het draineren van landbouwgrond.

Veen is een grote massa nat organisch materiaal dat niet is gecomposteerd. Ongeveer 3% van het landoppervlak wereldwijd bestaat uit veengrond. Slechts een klein hiervan is ontwaterd voor de landbouw. Het is relatief onbekend dat er wereldwijd twee keer zoveel koolstof is veen is opgeslagen als de bossen, die 30% van het landoppervlak uitmaken! In de natuurlijke situatie kan de veenbodem tot 97% water bevatten, maar op het moment dat het wordt ontwaterd oxideert de koolstof en wordt opgeslagen CO2 uitgestoten. In Duitsland bestaat slechts 7% van de landbouwgrond uit veengebied, dit deel is echter verantwoordelijk voor meer uitstoot van broeikasgassen dan de luchtvaartsector. Wie had gedacht dat een mooie groene weide zo schadelijk is voor het klimaat? In Duitsland en in geheel Europa is meer dan 90% van het veengebied ontwaterd en hiermee onherstelbaar beschadigd.

Door het verhogen van het grondwaterniveau kan dit proces wel worden afgeremd, op de langere termijn gestopt en op de heel lange termijn zelfs teruggedraaid. Dit redt ook de voor het veen specifieke biodiversiteit. Een alternatieve vorm van ‘landbouw’ is in zo’n gebied mogelijk. Paludiculture is een compromis tussen natuur en productie. Diverse planten kunnen worden verbouwd zoals bijvoorbeeld lisdodde (rietsigaren) dat gebruikt kan worden voor isolatie of bouwmateriaal. Het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLb/CAP) maakt het echter erg lastig hier mee te experimenteren. Ontwaterd veenland ontvangt de eigenaar subsidie, Nattere alternatieven worden het niet gezien landbouwgrond en daarvoor is er dus geen financiële ondersteuning.
Voor een groep vanuit Nederland is het belangrijk dit verhaal als les mee naar huis te nemen. In het westen van het land wordt het veenland al eeuwen ontwaterd. Hier bovenop is veen ook nog eens in de vorm van turf als brandstof gebruikt. Dikke lagen veen, soms tot wel 10 meter zijn als broeikasgas de lucht ingegaan, wat heeft geresulteerd in een gigantische, historische klimaatschuld. En om de poten van hun koeien droog te houden en om zware machines te kunnen blijven gebruiken, lobbyen boeren nog steeds bij de waterschappen voor een lager waterpeil.
Op de website Moorwissen kun je meer informatie over dit even interessante als alarmerende onderwerp vinden, in het Engels. De organisatie heeft over het onderwerp ook een korte animatiefilm gemaakt.

Het kamp heeft een goed relatie met de mensen in de omgeving. Gisteren heeft een delegatie van 40 mensen uit het dorp een rondleiding door het kamp gekregen. Ze hebben met interesse naar de mobiele actiekeuken gekeken en geluisterd naar de uitleg over het eigen elektriciteitssysteem met zonnecellen. En vonden ook heel wat gesprekken plaats tussen de dorpsbewoners en mensen uit het kamp. En zelfs hier kwam het verhaal over het veen terug. Een boer vertelde dat bodemdaling hier ook een belangrijk thema is, hoewel de grond hier, net achter de zeedijk en in de buurt van de Elbe, meer klei bevat en daardoor minder snel daalt.
Uiteraard hebben we met die lokale boer ook over kunstmest en Yara gepraat. We waren het eens dat schaalvergroting in de landbouw en de toenemende macht van de steeds groter worden bedrijven een probleem vormen. Maar ‘natuurlijk’ gebruikte hij wel kunstmest om zijn productie te verhogen. Er is dus nog wel wat werk te doen.

En het kampleven? Gedurende de nacht zijn er meer bussen en meer mensen aangekomen, met hierbij flink wat vrienden en bekenden uit België. Van de 200 de eerste dag is het kamp nu gegroeid tot zo’n 500 personen. De on-site bakkerij, pizzeria en crêperie zijn bijna permanent aan het werk om al deze hongerige monden te voeden.
Het is levendige plek geworden en mensen zijn in toenemende mate betrokken bij allerlei voorbereidingen voor de actiedag. Er worden kleurrijke spandoeken en andere materialen gemaakt, Rhythms of Resistance sambaspelers vanuit heel Europa zijn samen aan het oefenen en er worden affiniteitsgroepen gevormd. En o ja, er wordt ook van het mooie zonnige weer genoten.